
Tegenwoordig lijkt er belangstelling te bestaan voor gemist zwart werk als een schadepost. Iedereen kent namelijk wel een klusjesman, een tuinman of een horecamedewerker die het geld ‘zwart’ verdiend.[1] Op het moment dat deze persoon arbeidsongeschikt raakt, verliest hij daarmee zijn inkomen en wil hij dit graag vergoed zien.[2] Het slachtoffer komt dan in een proces terecht waarbij de vraag wordt gesteld of inkomen uit gemist zwart werk wel wordt vergoed?[3]
Zwart werk ziet op het verrichten van arbeid tegen betaling waarbij noch de werkgever noch de werknemer belasting afdraagt, terwijl dat wel verplicht is.[4] Binnen het schadevergoedingsrecht kennen we het beginsel van volledige schadevergoeding. Dit betekent dat het slachtoffer zoveel mogelijk in de situatie moet worden gebracht waarin hij zou hebben verkeerd als de schadebrengende gebeurtenis niet had plaatsgevonden. Daarbij is het wel belangrijk om in ogenschouw te nemen dat de schade redelijkerwijs aan de veroorzaker moet zijn toe te rekenen en dat het zich dus alleen beperkt tot werkelijk geleden schade.
In 2000 heeft de Hoge Raad geoordeeld dat het gemiste inkomen uit zwart werk voor vergoeding in aanmerking komt. Daarbij is het overigens wel van belang dat er een onderscheid wordt gemaakt tussen inkomsten uit verboden werkzaamheden – die een niet-rechtmatig belang oplevert en eveneens in strijd is met de openbare orde[5] – en inkomsten die zwart worden verdiend door werkzaamheden die niet strafbaar zijn gesteld bij de wet.[6] Een concreet voorbeeld waarin het genereren van zwart inkomen een niet-rechtmatig belang oplevert, is het geval waarin een drugsdealer arbeidsongeschikt raakt en vervolgens vergoeding van die inkomsten vordert. In dit geval biedt het schadevergoedingsrecht geen bescherming, omdat de belangen in de wet worden verboden. Bovendien mag niemand profiteren van het onrechtmatige gedrag. Met het oog op de beschermingswaardigheid is het eveneens niet wenselijk. Als de rechter namelijk besluit om de schade te vergoeden, zou dit impliceren dat de beroepen beschermingswaardig worden geacht. Dit vormt dientengevolge een uitzondering op het beginsel van de volledige schadevergoeding en wordt niet vergoed.[7]
Inkomsten die zwart zijn verdiend door werkzaamheden die niet strafbaar zijn gesteld door de wet kunnen worden vergoed volgens de Hoge Raad. In het Van Ginhove/Mommers-arrest is bepaald dat de schade kan worden vergoed, indien het slachtoffer aannemelijk kan maken dat de werkgever alsnog bereid is om de belasting van het verdiende loon af te dragen. Het is namelijk de bedoeling dat het verlies van zijn arbeidsvermogen gelijk wordt gesteld aan de hoogte van het bedrag dat hij/zij zou hebben gegenereerd met wit werk.[8] Dit wordt aangeduid als de vergoeding op grond van de netto-benadering.
Kortom, het slachtoffer zou het volledige bedrag dat hij/zij verdiende met zwart werk niet vergoed krijgen, enkel het bedrag dat overblijft als de belasting is afgedragen.
[1] Mr. L.E. Kroese, ‘Gemist inkomen uit zwart werk in de ban of niet?’, TVP 2021, p. 55.
[2] R. van Dort, ‘Verlies aan verdienvermogen’ differentieert niet tussen zwart of wit’, AV&S 2020/23, p.
[3] L.K. de Haan & V. Oskam, ‘Compensatie voor gemist aansprakelijkheidsrecht’, VR 2022, p. 354.
[4] R. van Dort, ‘Verlies aan verdienvermogen’ differentieert niet tussen zwart of wit’, AV&S 2020/23, p.
[5] Mr. Drs. I. Haazen, ‘Schade in een niet-rechtmatig belang’,
[6] R. van Dort, ‘Verlies aan verdienvermogen’ differentieert niet tussen zwart of wit’, AV&S 2020/23, p.
[7] Ulrichts 2018, p. 152; Haaze 2009, p.827; Boor, p. 30
[8] R. van Dort, ‘Verlies aan verdienvermogen’ differentieert niet tussen zwart of wit’, AV&S 2020/23, p. 141; Parket bij de HR, 24 november 2000, ECLI:NL:PHR:2000:AA8453, r.o. 3.9 – 3.11