In art. 6:173 BW, art. 6:174 BW en art. 6:179 BW wordt gesproken over de aansprakelijkheid van een eigenaar met betrekking tot zaken, opstallen en dieren. Voor deze bepalingen geldt een vuistregel die is benoemd in art. 6:181 BW. De vuistregel ziet op de aansprakelijkheid van degene die de zaken of dieren gebruikt in de uitoefening van een bedrijf. De aansprakelijkheid rust op de persoon die dit bedrijf uitoefent. De aansprakelijkheid verschuift dan van de feitelijke eigenaar/bezitter, naar degene die het bedrijf uitoefent.

In art. 6:181 BW wordt het woord ‘gebruikt’ aangehaald. Hiermee wordt niet het begrip ‘gebruikt’ bedoelt zoals men dit gebruikt in alledaagse taalgebruik. Het gaat hier om de betekenis van het begrip ‘gebruikt’ dat men definieert aan de hand van zeggenschap. Zeggenschap houdt in dat degene die de meeste invloed heeft op het gevaar dat verbonden is aan de zaak of dieren, wordt beschouwd als de verantwoordelijke voor de schade.[1] Bij dieren gaat het vaak om een eigen gedraging, maar bij zaken en opstallen moet het gaan om een gebrek.

De norm in art. 6:173 en art. 6:174 BW is het gebrekscriterium. Een zaak of een opstal is gebrekkig indien het niet voldoet aan de eisen die men aan een zaak of een opstal mag stellen. Het gaat vooral om eisen die men mag stellen aan de veiligheid van een roerende zaak of opstal. Het is daarbij van belang dat men de veiligheidsmaatregelen in acht neemt. Het gebrek hangt af van verschillende omstandigheden, zoals de aard van de opstal, de fysieke toestand of de functie van de opstal.[2] Ten behoeve van de veiligheid is de bezitter van een zaak verplicht om de gebruiker te waarschuwen voor mogelijke risico’s, als hij of zij op de hoogte is van bepaalde veiligheidsrisico’s. Hierdoor kan de veiligheidsverwachting van een gebruiker veranderen en kan hij daarop anticiperen, zodat hij niet aansprakelijk wordt gesteld in de zin van art. 6:181 BW.[3]

 

 

[1] A. Kolder, ‘Kwalitatieve aansprakelijkheid op grond van art. 6:179 en 181 BW’, VR 2018/139, p.

[2] T.E. van der Linden, ‘De invloed van bedrijfsmatig gebruik op het gebrekscriterium’, NTBR 2020/38, par. 2.

[3] K.J.O.  Jansen, ‘Risico en informationele context’ AV&S 2012/5.