
Vroeger toen je klein was werd de pijn van je geschaafde knie of een schrammetje op je vinger weggenomen door een kus van je moeder. Dit was alleen mogelijk bij een klein ongeluk, zoals een val. Kinderen kunnen echter ook betrokken zijn bij een groter ongeval, waardoor ze ernstig letsel oplopen. Kinderen zijn tot een bepaalde leeftijd afhankelijk van hen ouders. Het letsel van de kinderen zorgt daarom al snel voor knelpunten bij hen ouders en/of verzorgers.[1] De berekening van schade voor volwassenen is al lastig genoeg, maar voor kinderen is dit nog een stuk lastiger.[2]
De schade van een kind kan worden onderverdeeld in immateriële en materiele schade. De immateriële schade kan bestaan uit: aanpassingen, voorzieningen, verzorging, begeleiding, verpleging en verlies van of verminderd arbeidsvermogen. De kosten voor aanpassingen, voorzieningen en de bijkomende kosten kunnen concreet worden begroot door een deskundige. De schade voor verzorging wordt begroot op basis van het aantal uren en tarief. Welk tarief wordt gebruikt, is afhankelijk van de soort zorg. Het verlies van of vermindering van het arbeidsvermogen is een lastig concept. Bij kinderen is het namelijk ingewikkeld om het verdienvermogen te bepalen. Een van de knelpunten is de studievertraging. Als er sprake is van een langere studievertraging, zal dit ook op een andere manier invulling kunnen geven aan het verdienvermogen van het kind.[3] De berekening voor het verlies van of vermindering van het arbeidsvermogen mist eigenlijk een adequaat referentiekader.[4]
[1] J.G. Vos, ‘Een goed begin is het halve werk’, Afwikkeling Personenschade 2019/3.
[2] M. Peters, ‘Handreikingen voor de afwikkeling van kindschades’, Letsel & Schade 2023.
[3] M. Neeser, ‘Schadevaststelling bij kindschade’, Letsel & Schade 2019.
[4] M. Peters, ‘Handreikingen voor de afwikkeling van kindschades’, Letsel & Schade 2023.